1e bestuursrapportage 2019

Programma 7 Sociaal domein

Incidentele financiële afwijkingen

Beleidsveld 7.1 Jeugdzorg

Jeugd algemeen
We zien dat de vraag naar ondersteuning bij opvoeden en daarmee de vraag naar jeugdhulp stijgt. Een trend die regionaal en landelijk zichtbaar is. Na de eerste jaren zien we dat inwoners beter het loket en daarmee de toegang weten te vinden. Daarnaast zijn effecten zichtbaar zoals meer integrale aanpak van problematiek die dan vervolgens leiden tot een toename van de inzet van jeugdhulp.
In 2018 is het budget dat door de raad beschikbaar is gesteld voor jeugdzorg fors overschreden. In totaal is minimaal € 5.9 miljoen per jaar nodig voor de jeugdhulp. Dit is een grote structurele verhoging. We vragen extra middelen op basis van tekorten in het vorige jaar. Over de jaren 2015-2017 is er een analyse uitgevoerd. Deze analyse is aangevuld met 2018. Hieruit bleek dat de stijging in de jeugdzorg met name te maken heeft met:

  • de toename in de intensiteit van zorg, bijvoorbeeld te zien bij cliënten die gebruik maken van indicaties boven de € 50.000 per jaar. Deze zijn toegenomen van 10 in 2017 naar 19 in 2018.
  • de toename van het aantal cliënten dat gebruik maakt van de geïndiceerde jeugdhulp (van 489 in 2017 naar 640 in 2018).

Gelet op de grote toename van de kosten zijn we begin van dit jaar gestart met het opstellen van een programmaplan om maatregelen te nemen. De maatregelen richten zich op preventie, samenwerking (onderwijs, huisartsen en voogden) en interne werkprocessen. Om uitvoering te geven aan dit programmaplan zal er extra inzet nodig zijn. De financiële gevolgen van dit programmaplan staan hieronder genoemd bij 7.1.3.

Omdat er landelijk gezien veel tekorten zijn op de jeugdzorg heeft het Rijk extra middelen toegezegd. Deze extra middelen zijn bedoeld om de uitvoering van het jeugdhulpstelsel beter en efficiënter te maken en de transformatie te versnellen. Dit zal in de meicirculaire bekend worden gemaakt. Over 2017 is de gemeente Dalfsen niet gecompenseerd omdat we ten opzichte van andere gemeenten te kleine tekorten hadden.
Op basis van niet officiële berichten is de verwachting dat de extra middelen over het jaar 2019 € 350 mln bedragen en de 3 jaren daarna telkens € 190 mln per jaar.
Hoe de verdeling per gemeente is, is ook nog niet bekend. Voorlopig gaan wij uit van een vergoeding van € 350.000 voor het jaar 2019 en € 190.000 voor de jaren 2020 t/m 2022. Dit is gebaseerd op een percentage van 0,10, de bijdrage die Dalfsen ontvangt t.o.v. het landelijke deel Algemene Uitkering.

Scenario-uitwerking
Bij de financiële mutaties m.b.t. Jeugd worden de vier onderstaande scenario's cijfermatig uitgewerkt.
De cijfers die hierbij horen, vindt u terug in de tabellen onder programma 9 in het hoofdstuk Financiële samenvatting. Het betreft de volgende scenario's :

Scenario 1: de nullijn
Het uitgangspunt in dit scenario is geen bijstelling van de raming voor Jeugd. Met andere woorden: het budget voor 2019 zoals is vastgesteld bij de begroting 2019 is het budget waarvan uitgegaan wordt. De achterliggende gedachte hierbij is dat het (eventuele) tekort dan wordt gedekt uit de Algemene Reserve Vrij Besteedbaar. Wat hierbij een grote rol speelt is de onzekerheid aangaande de (mogelijke) vergoeding van het Rijk. Daarnaast is er een aantal cliënten die een fors beslag op de middelen heeft gelegd,  vanwege leeftijd, inmiddels uitgestroomd. Tenslotte gaan wij ervan uit dat het programmaplan Jeugd ons diverse mogelijkheden gaat bieden om de tekorten terug te dringen.

Scenario 2: de lijn jaarrekening 2018
Het uitgangspunt in dit scenario is een bijstelling van de raming voor Jeugd ten bedrage van de werkelijke kosten van 2018. We houden hierbij geen rekening met enige vergoeding vanuit het Rijk vanwege de onzekerheid omtrent de hoogte daarvan.

Scenario 3: de lijn jaarrekening 2018 plus bijdrage van het Rijk
Het uitgangspunt in dit scenario is een bijstelling van de raming voor Jeugd ten bedrage van de werkelijke kosten van 2018. We gaan hierbij uit van een bijdrage van het Rijk via de algemene uitkering van € 350.000.

Scenario 4: de lijn jaarrekening 2018 plus groei plus bijdrage van het Rijk
Het uitgangspunt in dit scenario is een bijstelling van de raming voor Jeugd ten bedrage van de werkelijke kosten van 2018. Daarbij gaan we ervan uit dat de stijging zich doorzet zoals dat in de afgelopen jaren het geval was. We gaan hierbij uit van een bijdrage van het Rijk via de algemene uitkering van € 350.000.

7.1.1 Maatwerkdienstverlening 18- PGB         Nadeel tussen 0 en € 130.000
De toename van het gebruik van Pgb's is in lijn met de algemene stijging van het gebruik van jeugdhulp. In de begroting 2019 is voor deze kosten een bedrag geraamd van € 650.000.
Als de uitgaven op hetzelfde niveau van 2018 blijven, dan hebben we € 715.000 nodig. Dit betekent een tekort van € 65.000. Echter, als de stijging zich doorzet zoals hij dat afgelopen jaren gedaan heeft, zal de raming maximaal € 780.000 moeten zijn om de kosten te kunnen dekken. Dit zou een tekort van € 130.000 betekenen. Met de 4 genoemde scenario's is gerekend in het hoofdstuk Financiële samenvatting.

7.1.2 Maatwerkdienstverlening 18- individuele zorg      Nadeel tussen 0 en € 1.2 mln
De toename van het gebruik van jeugdhulp is met name zichtbaar bij de zorg in natura die we inkopen via de regio. In de begroting 2019 is voor deze kosten een bedrag geraamd van afgerond € 4.5 mln.
Als de uitgaven op hetzelfde niveau van 2018 blijven, dan hebben we € 5.2 mln nodig. Dit betekent een tekort van € 700.000. Echter, als de stijging zich doorzet zoals hij dat afgelopen jaren gedaan heeft, zal de raming maximaal € 5.7 mln moeten zijn om de kosten te kunnen dekken. Dit zou een tekort van € 1.2 mln betekenen. Met de 4 genoemde scenario's is gerekend in het hoofdstuk Financiële samenvatting.

7.1.3 Programmaplan jeugdzorg               Budgetneutraal
De kosten voor jeugdzorg zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Van deze kostenstijging is een analyse gemaakt. Als vervolg op deze analyse wordt een programmaplan jeugdzorg opgesteld en uitgevoerd, waarbij gekeken wordt hoe er meer grip kan worden verkregen op de indicatiestellingen en daarmee op de kosten. Dit betekent niet dat hiermee de kosten voor jeugdzorg zullen afnemen. Dit is namelijk ook afhankelijk van externe factoren, die niet altijd door ons beïnvloedbaar zijn.
De incidentele kosten voor het opstellen en uitvoeren van dit programmaplan bedragen € 140.000. Wij willen de uitvoering voor 4 maanden in 2019 laten plaatsvinden met een uitloop in 2020 tot een totale doorlooptijd van 1 jaar. Voor 2019 stellen wij voor de kosten van € 47.000 te dekken uit de reserve sociaal domein. Het restant € 93.000 wordt meegenomen in de perspectiefnota (ook voorstel ten laste van de reserve sociaal domein).

Beleidsveld 7.2 Lokale toegang

7.2.1 Sociale recherche                     Nadeel € 8.000
Onderzoek naar rechtmatigheid door de sociale recherche was voorheen alleen begroot via programma 6 inkomensondersteuning. Sinds 2019 is in de begroting ook rekening gehouden met uitgaven van € 10.000 vanuit de Wmo. Dit budget blijkt niet toereikend. De werkelijke kosten voor de Wmo komen uit op € 18.000 per jaar. De mutatie wordt ook meegenomen in de perspectiefnota.

7.2.2 Veilig Thuis                         Nadeel € 22.000
In 2019 zijn er kosten voor extra formatie voor medewerkers van Veilig Thuis IJsselland, voor de zelfstandige stichting, voor de vertrouwensarts en gedragswetenschapper. De extra kosten zijn nodig vanwege de gestegen aanmeldingen bij Veilig Thuis.
Daarnaast vindt er een indexatie plaats voor subsidies aan Veilig thuis IJsselland, Kadera en Centrum seksueel geweld gebaseerd op een prognose van 2,5%. De mutatie wordt ook meegenomen in de perspectiefnota.

7.2.3 Wijkteam                        Nadeel € 10.000
Er ligt de wens om over te gaan naar continu-meting en integrale benadering inzake de cliëntervaringsonderzoeken. Dit brengt extra kosten met zich mee. Daarnaast zijn er in 2019 extra kosten omdat er een meting over 2018 wordt uitgevoerd (op de manier zoals we het altijd al hebben gedaan), en de continumeting over 2019 gedurende heel 2019 plaats vindt.

Beleidsveld 7.3 Participatie

Geen financiële mutaties

Beleidsveld 7.4 Preventie

Geen financiële mutaties

Beleidsveld 7.5 Publieke gezondheid

7.5.1 Publieke gezondheid                    Voordeel € 88.000
In onze begroting is de totale bijdrage aan de GGD opgenomen in programma 7, terwijl dit voor een deel in programma 1 thuishoort. Als gevolg hiervan is hier in totaliteit € 98.000 teveel begroot.
Bij het onderdeel technische aanpassingen is al € 10.000 overgeheveld naar programma 1 en het restant ad. € 88.000 kan vrijvallen. Deze mutatie wordt ook meegenomen in de perspectiefnota.

Beleidsveld 7.6 WMO

7.6.1 Vrijval beschermd wonen                   Voordeel € 304.000
Centrumgemeente Zwolle ontvangt vanaf 2015 de financiële middelen voor Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang van het rijk en heeft voor het afdekken van risico’s een reserve gevormd vanuit de niet benodigde middelen. Door de financiële resultaten over de afgelopen jaren en de te verwachte resultaten in de periode 2018-2020, wordt door de regio het risico lager ingeschat dan voorheen. In regio verband is afgesproken geen centrale risico reserve binnen het samenwerkingsverband aan te houden, maar deze verantwoordelijkheid bij de gemeenten te beleggen. Hierdoor ontstaat een vrijval van te verwachten financiële middelen voor 2019 ten gunste van de gemeente Dalfsen van € 304.136. Voor 2020 wordt nog een vrijval van € 315.030 verwacht (zie perspectiefnota). Vanaf 2021 ontvangt de gemeente Dalfsen rechtstreeks een budget voor beschermd wonen. Het is nog onduidelijk wat de financiële consequenties zijn vanaf 2021.

7.6.2 Stijging cliënten Hulp bij het Huishouden (HH)             Nadeel  € 150.000
Zowel bij de maatwerkvoorziening als de algemene voorziening voor de Hulp bij het Huishouden is de afgelopen jaren een stijging te zien van het aantal cliënten die deze voorziening nodig heeft (eerste helft 2017, 486, tweede helft 2018, 540). Daarnaast zijn de tarieven voor de HH verhoogd i.v.m. een nieuwe CAO. Op basis van de AMvB reële kostprijs Wmo hebben wij de kostprijzen voor de HH moeten verhogen.
Op basis van de stijging van de afgelopen jaren en de tariefverhoging, is een nieuwe berekening gemaakt van de te verwachten kosten. De structurele effecten zijn meegenomen in de perspectiefnota.

7.6.3 Woningaanpassingen                      Nadeel € 30.000
Wij zien de laatste jaren een toename in de uitgaven voor trapliften en woningaanpassingen. Door goede inkoopafspraken - met scherpe inkoopprijzen - zijn de kosten per traplift afgenomen, maar is het aantal verstrekte trapliften wel toegenomen. Ook is de laatste jaren vaker ingezet op woningaanpassingen, zodat iemand langer zelfstandig thuis kan blijven wonen. De structurele effecten zijn meegenomen in de perspectiefnota.

7.6.4 Rolstoelen                        Nadeel € 70.000
Wij zien de laatste jaren een verdubbeling in de verstrekking van het aantal hand bewogen en elektrische rolstoelen. Een diepgaande analyse volgt. Door goede inkoopafspraken - met goede prijs-kwaliteitverhouding - zijn de kosten niet verdubbeld, maar nemen door de stijging van het aantal cliënten dat een rolstoel nodig heeft wel toe. De structurele effecten zijn meegenomen in de perspectiefnota.

7.6.5 Wmo begeleiding                     Nadeel € 340.000
De afgelopen jaren is een stijging te zien van het aantal cliënten (2016, 252 cliënten, 2018, 305 cliënten) dat Wmo-begeleiding nodig heeft.
Gelet op toenemende groep ouderen in de gemeente Dalfsen en de ontwikkeling dat dagbesteding steeds vaker wordt ingezet ter ontlasting van de mantelzorger is er extra budget nodig om deze kosten ook in de toekomst op te kunnen vangen. De structurele effecten zijn meegenomen in de perspectiefnota.

Beleidsveld 7.7 Mutatie reserves

7.7.1 Reserve sociaal domein                     Budgetneutraal
Voorgesteld wordt de kosten van het programmaplan jeugdzorg in 2019 ad. € 47.000 te dekken ten laste van de reserve sociaal domein. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting onder 7.1.3.